Nederlandse synoniemen voor autonomie
Ander woord voor autonomie?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als autonomie in het Nederlands.
autonomie de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
omlaaghangen
-
narekenen
-
reflecteren
-
sigaret
-
bruin brood
-
castreren
-
figurant
-
vakantiereiziger
-
antiekhandel
-
turfstrooisel
-
intact
-
experiment
-
eenzaamheid
-
luider
-
opstootje
-
opvreten
-
honderdmaal
-
rondborstigheid
-
communaal
-
naar de regel
-
man
-
boemel
-
vaag waarneembaar
-
gelijkschakelen
-
scheepsdoktoren