Nederlandse synoniemen voor autonomie
Ander woord voor autonomie?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als autonomie in het Nederlands.
autonomie de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
karmijnrood
-
nachtploeg
-
verhinderd zijn
-
thuisbezorgen
-
met een obscene bijbetekenis
-
slager
-
nuanceren
-
werkmanswoning
-
ongetwijfeld
-
snoer
-
aaneengehecht
-
vraagstelling
-
opwaarts
-
van de boeien ontdoen
-
deining
-
tuniek
-
ontbijtkoek
-
teisteren
-
spierwit
-
onderzetters
-
vin
-
watervervuiling
-
gevelbreedte
-
slavenarbeid
-
doorpraten