Duitse synoniemen voor ausbauen
Ander woord voor ausbauen?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als ausbauen in het Duits.
ausbauen (vervollständigen)
[werkwoord]
[werkwoord]
ausbauen (verbessern)
[werkwoord]
[werkwoord]
ausbauen (erweitern)
[werkwoord]
[werkwoord]
ausbauen (abwechseln)
[werkwoord]
[werkwoord]
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Pils
-
Morgenmantel
-
hinunterschiessen
-
bekräftigen
-
Stutbücher
-
doppelsinnig
-
schaukeln
-
entwurzelt
-
Haut
-
Lehrbuch
-
Durchfall
-
freistehen
-
wegtragen
-
Glöckchen
-
Dezentralisation
-
Irrsinn
-
installieren
-
resultieren
-
Vollbringer
-
vergleichend
-
kleineStrom
-
Fingerfertigkeit
-
aufheiternd
-
Erzfeind
-
Merlan