Nederlandse synoniemen voor april
Ander woord voor april?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als april in het Nederlands.
april de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
hedenmiddag
-
wildjacht
-
erfelijk
-
deportatie
-
etalageruit
-
performen
-
vluchtigheid
-
vertelsel
-
snelvuurgeweer
-
gewildheid
-
geluiden
-
ongeschonden
-
haringrokerij
-
een pak slaag geven
-
tentzeil
-
waren
-
romans
-
ordentelijk
-
topfunctionaris
-
schimmelen
-
predestinatie
-
dosissen
-
geglansd
-
nippen
-
levenmaker