Duitse synoniemen voor alltäglich
Ander woord voor alltäglich?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als alltäglich in het Duits.
alltäglich (gebräuchlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
alltäglich (allgemein)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
alltäglich (niederträchtig)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Recent opgevraagde synoniemen in DE
illuminieren
-
Leidenschaft
-
auslaufen
-
Promovierter
-
Hofbälle
-
plombieren
-
Zorn
-
Sache
-
Käfig
-
kühn
-
Königreich
-
aufhaben
-
Gedächtnissäule
-
Eisenbahnwagen
-
Zeitverschlüsse
-
täfeln
-
Wirbelstürme
-
kombinieren
-
gefiedert
-
behindert
-
verzehren
-
Replik
-
zahnen
-
drohen
-
freigiebig