Nederlandse synoniemen voor afsplitsen

Ander woord voor afsplitsen?

De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als afsplitsen in het Nederlands.

afsplitsen (afsplijting)
[zelfstandig naamwoord]
afsplitsen (separeren)
[werkwoord]
splitsen de ~
afsplitsen (afzonderen)
[werkwoord]
afsplitsen (afsplijten)
[werkwoord]

Recent opgevraagde synoniemen in NL