Nederlandse synoniemen voor afkorting
Ander woord voor afkorting?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als afkorting in het Nederlands.
afkorting de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
peuterspeelzaal
-
oplichterij
-
leveringsvoorwaarde
-
grime
-
tip
-
leefeenheid
-
jong paard
-
ruwijzer
-
ongedekte cheque
-
kerkvorst
-
ochtendploeg
-
om het lijf binden
-
uitgeschreven
-
verbuigbaar
-
feeks
-
onvatbaar
-
giraal
-
voetballer
-
testen
-
begroeiing
-
verkoop
-
aangelengd
-
diploma
-
ijzen
-
sneer