Nederlandse synoniemen voor afkorting
Ander woord voor afkorting?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als afkorting in het Nederlands.
afkorting de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
sierstenen
-
gezekerd
-
extase
-
feil
-
beweegbaarheid
-
meisjes
-
voornaam
-
streng garen
-
zeerob
-
vliegtuigkapitein
-
ondoordachtheid
-
ingeboren
-
dolen
-
ringlijn
-
vanaf
-
geloei
-
doorgaans
-
halfwas
-
halssieraad
-
ruwijzer
-
beredenering
-
achteruitkijken
-
boekdrukkers
-
bevoordelen
-
kokosolie